Het kabinet stelt de invoering van de Omgevingswet opnieuw uit, vanwege digitale problemen. De wet moet procedures versnellen en vergunningaanvragen makkelijker maken. Maar er is ook veel kritiek op: zo zouden woningkopers door de wet duurder uit zijn.
Voor de invoering van de Omgevingswet is een nieuw digitaal systeem opgezet, dat gemeenten, waterschappen en provincies gaan gebruiken. Maar bij de software die ze nodig hebben, lopen zij tegen mankementen aan. De invoering van de wet op 1 juli van dit jaar kan daarmee niet doorgaan, schrijft minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) aan de Eerste en Tweede Kamer. Mogelijk wordt de invoeringsdatum verschoven naar 1 oktober 2022 of 1 januari 2023.
Het is de vierde keer dat de overheid de Omgevingswet uitstelt. Oorspronkelijk zou deze al in 2019 ingaan. De wet voegt 26 bestaande wetten samen op het gebied van wonen, ruimte, natuur en milieu. Daarmee moet de wet de sleutel zijn voor nieuw ruimtelijk beleid.
Ook zaken rond wonen moeten makkelijker en soepeler gaan lopen. Met de Omgevingswet krijgen bijvoorbeeld burgers die een vergunningaanvraag doen, binnen acht weken definitief uitsluitsel over de verlening daarvan. Ook krijgen gemeenten meer vrijheid om lokaal normen te versoepelen.
‘Omgevingswet maakt woningaankoop duurder’
Maar er is intussen van verschillende kanten ook kritiek. Voor woningkopers pakt de wet ongunstig uit, schreef voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Annerie Ploumen onlangs in het FD. De nieuwe Omgevingswet leidt voor kopers tot duurdere woningen, zo geeft zij aan.
Volgens haar kunnen makelaars en notarissen namelijk na invoering van een nieuw centraal systeem minder makkelijk bij verschillende partijen – zoals het Kadaster – gegevens opvragen. Het opstellen van documenten vergt daarmee meer tijd. De kosten daarvan komen bij de woningkoper terecht.
Verantwoordelijkheid bij gemeenten
Daarnaast zijn verschillende deskundigen niet enthousiast over de inspraak van burgers bij bijvoorbeeld een nieuwe woonwijk of ander bouwproject. De Omgevingswet zou burgerparticipatie moeten verbeteren. Maar in de praktijk komt het erop neer dat het Rijk de verantwoordelijkheid legt bij gemeenten: die moeten zelf een Omgevingsvisie opstellen. Deskundigen verwachten dat vooral kleinere gemeenten dit er niet bij kunnen hebben, meldt BNR.
Bovendien komt de organisatie van burgerinspraak bij projectontwikkelaars en bouwers te liggen. Ook die zijn daar niet blij mee, zegt een woordvoerder van bouwkoepel Bouwend Nederland. Het zal veel tijd kosten om per gemeente uit te zoeken, welke regels en voorschriften er gelden.
