2Bconnected_logo

Praktische problemen belemmeren bouw flexwoningen

De bouw van zogeheten flexwoningen, tijdelijke woningen om snel het woningtekort terug te dringen, komt nog nauwelijks van de grond. Dat komt door personeelstekorten en moeite om investeerders in flexwoningen te vinden. Ook de zoektocht naar goede bouwlocaties blijkt lastig.

Dat blijkt uit een verkennende studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het Rijk, gemeenten en huisvesters moeten ‘structurele oplossingen uitwerken om de flexwoonconcepten financieel en sociaal te laten slagen en ervoor te zorgen dat de ontwikkeling van flexwoningen niet afleidt van reguliere woningbouw’, stelt het PBL.

Jaarlijks 15.000 flexwoningen

Flexwoningen zijn woningen die tijdelijk bestaan, of vaste woningen die met een tijdelijk contract worden verhuurd. Het is de bedoeling zo sneller woonplekken te realiseren, terwijl er reguliere woningen bijgebouwd worden. Het kabinet wil dat er jaarlijks 15.000 van zulke flexwoningen bij komen voor urgent woningzoekenden.

Omdat vaak onduidelijk is hoelang flexwoningen ergens mogen blijven staan en of ze uiteindelijk mogen worden verplaatst, is het een onzekere investering. Investeerders zijn daarom huiverig. Daarnaast moeten nieuwbouwprojecten soms lang wachten op water- en elektra-aansluitingen. Gemeenten en woningcorporaties hebben daarnaast niet altijd genoeg medewerkers om projecten te begeleiden.

Niet altijd goede oplossingen

Bovendien wordt het werk dat gepaard gaat met de verhuur en het beheer van flexwoningen vaak onderschat, zegt het PPL. Vooral bij huisvesting van kwetsbare groepen is dat het geval.

Gemeenten en verhuurders zoeken naar oplossingen om toch sneller flexwoningen te kunnen bouwen. Zo wordt soms ingezet op specifieke doelgroepen, zoals statushouders en mensen uit de geestelijke gezondheidszorg die opvang nodig hebben. Voor die groepen zijn budgetten beschikbaar. Zo hopen gemeenten en verhuurders gaten in de businesscase te dichten.

“Een onzorgvuldig opgezet project kan leiden tot oprettige woonsituaties en verdere stigmatisering van flexwonen”

– Jolien Groot, onderzoeker PBL

Structurele aandacht

“Deze kortetermijnoplossingen kunnen ervoor zorgen dat een project dan wel van de grond komt, maar belangrijk is te realiseren dat flexwoningen en hun bewoners ook na de bouw om structurele aandacht vragen”, stellen de onderzoekers in een nieuwsbericht van het PBL.

Zij zien dat “fundamentele politieke en maatschappelijke discussies in het voortraject de besluitvorming rondom flexwonen stagneren, omdat er veel onzekerheden zijn en eerdere tijdelijke woonprojecten soms een slecht imago hebben”, stelt hoofdonderzoeker Jolien Groot. “Als een project onzorgvuldig wordt opgezet, dan kan dat leiden tot onprettige woonsituaties en verdere stigmatisering van het flexwonen. Dat is jammer, want er zijn op dit moment veel mensen gebaat bij een snel beschikbare woning.”

 

Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn